dinsdag 9 december 2008

Beeld en concept periode 2
















De opdracht voor deze periode luidt: Realiseer met beeldende middelen een verbinding tussen een 9absolute0 grootheid en 'hier en nu'. Als 'grootheid' heb ik het heelal gekozen.










Ik was begonnen met wat plaatjes zoeken in boeken en internet van het heelal om op wat ideeen te komen. Ik probeerde me daarna voor te stellen hoe het zou zijn als ik op een klein planeetje of ster zou staan. Wat ik dan zou zien.





Daarop heb ik een schilderijtje gemaakt van felgekleurde spetters op een zwarte ondergrond en ben daarop doorgegaan.










Ik heb het toen in een doosje verwerkt om te kijken wat voor effect het zou hebben als het helemaal om je heen zo zou zijn, hoe het ruimtelijk werkt.





Ik wilde graag een donkere ruimte hebben waar de muren bespetterd zijn met felle kleuren, en ben toen op het idee gekomen om met glow in the dark te experimenteren.










Met een potje van die verf heb ik een zwart geverfde doos dus bespetterd, daarna opgeladen met een lamp en toen die doos op mn hoofd gezet om te kijken hoe dat eruit zag. Dat had best een goed effect, het had ook wat diepte en iets mysterieus.










Ook had ik glow in the dark lijmstiften gekocht, en hier wat mee geprobeerd, maar het effect was sneller uitgewerkt dan de verf.










Voor de volgende stap ga ik me wat meer richten op de vorm, en wat minder op de techniek.

maandag 8 december 2008

Serieel Beeld periode 2

We zijn lekker met een nieuwe start begonnen, en een totaal andere vorm van lesgeven. We zijn bij deze periode meer met film bezig.

We begonnen de periode door een reeks beelden te verzamelen van een plek waar we iets mee hebben. Een plek wat boeiend voor ons is.
Die beelden moesten we achter elkaar zetten in een tijdlijn. Ook moest er een voorwerp komen op de plek.
Het voorwerp moest hierna verwerkt worden in de tijdlijn van de beelden van de plek. We moesten hierbij gewoon eens kijken wat we wel iets vonden en wat niet. Of dat ene beeld misschien wat korter in beeld moest dan het andere. En wat zou er gebeuren als het voorwerp ineens even op een andere plek is?

We moeten nu dus eigenlijk wat gaan spelen met de beelden. Een verhaal vertellen zonder het te vertellen. De waarnemer moet er zelf een verhaal van maken.

Ikzelf heb al een filmpje, waar de beelden getoond worden, en het voorwerp ertussendoor. Nu ga ik verder uitproberen wat werkt. Mijn voorwerp weer op een andere lokatie neerzetten. En eens kijken hoe dat wordt..

Beeld en concept periode 1

Met dit vak had ik deze periode wel de meeste moeite. De opdracht was 'maak het huis van..'.
Ik begon op zich nog wel oke, ik had wat schetsen gemaakt, en de docent zei dat mijn manier van schetsen eerlijk was, en dat ik zo door moest gaan.

Maar ik dreef toch een beetje weg, want ik kwam elke week met nieuwe dingen waardoor ik op een gegeven moment de draad zelf helemaal kwijt was. Ik was ook iedere keer stiknerveus in de les, want we bespraken iedere les iedereen klassikaal.

Uiteindelijk had ik een aantal onderwerpen die op zich allemaal wel goed waren om mee door te gaan, maar ik wist helemaal niet meer wat ik dan moest kiezen.

Ik had natuurlijk een onvoldoende, maar ik ga het herkansen de tweede periode. En ik heb er samen met de studiebegeleider naar gekeken, en die ziet misschien wel mogelijkheden om al de onderwerpen die ik had samen in 1 te combineren. Hier had ik zelf nog niet bij stil gestaan, maar ik krijg er ook wel ideeen bij. Dus dat ga ik voor de herkansing opnieuw proberen.

2D

Voor 2D moesten we in de eerste les een aantal houtskooltekeningen maken, gebasseerd op een schilderij die de docent had gezien. Hij noemde dan alles op wat hij er in had gezien. We moesten bijvoorbeeld ook dingen tekenen op de voorgrond en dingen wat meer op de achtergrond.

Vanuit die tekeningen moesten we een stuk of drie composities maken. En met die composities moesten we ook een beetje spelen. De ene keer het huisje op de voorgrond, en de andere keer op de achtergrond.

In die composities moesten we op een gegeven moment een kader kiezen. Eerst een paar papiertjes scheuren zodat we een kader konden maken, en daarmee over de tekening heenschuiven om te kijken wat een interessant kader was en wat niet.

Het gekozen kader moesten we dan opnieuw tekenen, en binnen die tekeningen ook een beetje schuiven en spelen.
Van deze kaders gingen we tekeningen maken met vlakken en tekeningen met lijnen. Van die met vlakken had ik meer moeite, want ik kreeg het niet meteen voor elkaar om meteen al die vlakken goed op papier te krijgen.

Ongeveer halverwege de periode begonnen we met schilderen. Eerst moesten we een paar grote vellen in vieren scheuren, en daar gingen we dan op oefenen met donkere kleuren. We oefenden met vlakken, lijnen, spetters enz. Hierbij moesten we ook donkere kleuren mengen.

Hierna gingen we door op de grote vellen, en gingen we de kaders op verschillende manieren schilderen. We moesten eerst nog de donkere kleuren voortzetten, maar later mochten we ook wit en wat fellere kleuren gaan gebruiken.

Ik vond dit het leukste onderdeel van de periode. Ik had alleen wat meer mogen oefenen met de kaders. Want uiteindelijk ben ik toch wat blijven steken in één kader. Ik had eerder nog wel gekeken of ik misschien een ander kader tegenkwam dat interessanter was, en dat ook getekend en geschilderd, maar uiteindelijk toch maar doorgegaan met het originele kader.
Maar daar had ik dus uiteindelijk toch wat te weinig afwisseling in.

Het was eigenlijk op t einde dat ik wat meer begon te proberen, dus ik ben wel wat losser geworden. Dus ik ga dit in de volgende periode voort te zetten.